Ik droomde dat ik in het huis van zijn grootvader was, moge God hem genadig zijn, en ik was bang voor een baby en hij hield zoveel van hem, en jij zat met hem te spelen en naar me te glimlachen. Moamen kwam de kamer binnen voor oom Mahmoud , en toen verliet hij me en iemand vergezelde ons. Ik huilde en stapte in de kinderwagen, maar ik herinnerde me mijn zoon, dus ging ik snel terug, en hij zat op een stoel, en ik stopte niet. Mijn grootmoeder is eten aan het bereiden of gevulde druivenbladeren, en Tita heeft haar handen gewassen, en mijn zus draagt ​​een babysjaal voor mij als ik terugkom... en ik wil dat ze hem ziet, moge God hem genadig zijn.