Vrede en genade van God
Ik zag dat ik aan de oever van een kalme en zuivere rivier was waarvan het water blauw was, en aan de andere oever was een vriendin van mij genaamd Hana (en ze woont echt in een land ver weg van mij) ze was speels, gelukkig en mooi alsof ze aan het spelen was en ze had een prachtige valk en ze had wenkbrauwen op haar ogen dus scheidde ze van hem om te jagen zoals zij doen In de baai stak hij de rivier over en kwam naar de oever waar ik ben, en ik bleef zeggen tegen haar, ik weet niet hoe ik moet handelen, maar hij kwam snel aan, en iedereen die bij mij op de oever was, zag ik ze neerknielen op de grond, dus wierp ik mezelf ook neer. En hij begon op mijn hoofd te kloppen en probeerde op te heffen mijn hoofd, en in gedachten wilde hij me bedriegen, maar ik begreep dat en hief mijn hoofd niet op, en ik was zo bang dat ik doodsbang wakker werd